Overzicht


EK Loopdictee

Uitleg:

Dit dictee doen de leerlingen in tweetallen. Hang alle kaartjes op in het lokaal. Zorg dat je op de achterkant het nummer van het woord opschrijft. Geef elk tweetal één antwoordenblad en omcirkel hier één nummer op. Dit is het woord waar het tweetal gaat beginnen.

Leerling 1 loopt naar het kaartje, leest het woord en loopt terug naar zijn tweetal. Leerling 1 zegt het woord tegen leerling 2 en leerling 2 schrijft het woord op. Nu mag leerling 2 naar een woord lopen. 

Lees meer »

Wat is bewegend leren?

Wat is bewegend leren? Welke onderzoeken zijn hier naar gedaan? Welke vormen/doelen van bewegend leren zijn er? Wat kan je observeren uit een bewegend leren activiteit?

Al deze vragen worden hier beantwoord.

Lees meer »

Letterpad

Uitleg:

Op de grond bij de deur liggen letterkaarten op de grond die de leerlingen lastig vinden of welke ze net aangeboden hebben gekregen. Zodra een leerling de klas binnenkomt, moet hij of zij eerst over het letterpad springen. Tijdens het springen zeggen de leerlingen de letter, lange klank of tweetekenklank die op de grond ligt. Vervolgens mogen ze naar hun plek lopen.

Lees meer »

Korte ei of Lange ei?

Uitleg:

Op het bord is de ei-plaat van Staal te zien. Alle afbeeldingen op deze plaat worden met de korte ei geschreven. De leerlingen beginnen naast hun stoel. De leerkracht zegt een woord: aardbei. De leerlingen maken zich klein door op hun hurken te gaan zitten en zeggen korte ei. Vervolgens gaan de leerlingen weer naast hun stoel staan. De leerkracht zegt een nieuw woord: lijn. De leerlingen gaan nu op hun stoel staan met hun armen omhoog en zeggen lange ij.

Lees meer »

Woordenjacht (Staal categorieën)

Uitleg:

Op het schoolplein of in de klas hangen verschillende kaartjes met woorden. De leerlingen bekijken het woord en denken na in welke categorie het woord valt. Vervolgens schrijven ze het woord op in het hokje. Vervolgens mogen ze opzoek naar een nieuw woord.

Lees meer »

Leestikkertje

Uitleg:

De leerlingen spelen op het schoolplein tikkertje. Worden de leerlingen getikt? Dan lopen ze naar de leerkracht toe, hier lezen ze een rijtje met woorden. Daarna mogen ze weer meedoen met het spel. Wissel na twee minuten van tikker(s).

Lees meer »

Simultaan tafelrondje

Uitleg:

Zorg dat de tafels in groepjes van drie staan. Op elke tafel ligt een blad: ik, hij/zij & wij. De leerkracht zegt een werkwoord. Bijvoorbeeld: lopen. De leerlingen schrijven op het blad de goede vorm van het werkwoord op. Vervolgens lopen ze door naar het volgende blad. De leerkracht zegt nu een nieuw werkwoord, bijvoorbeeld: knipt. De leerlingen schrijven de juiste vorm op en lopen weer door.

Lees meer »

Kruiswoordpuzzel werkwoorden

Uitleg:

Hang de vragen op in de klas of op het schoolplein. De leerlingen krijgen een werkblad met een kruiswoordpuzzel erop. Ze rennen naar een kaartje toe. Bekijken het nummer van de vraag en of er horizontaal of verticaal staat. Ze lezen de vraag goed en schrijven het antwoord op in hun kruiswoordpuzzel. De leerkracht loopt rond en kijkt af en toe mee op de antwoordbladen om te kijken of het goed gaat.

Lees meer »

Beweegbingo

Uitleg:

De leerlingen krijgen allemaal een beweegbingo kaart. Hierop staan 6 vakjes met bewegingen. In elk vakje schrijven ze woord, dit kunnen bijvoorbeeld de woorden zijn van de woordenschatles. De leerkracht vertelt een betekenis van een woord. De leerlingen kijken of zij het woord op hun bingokaart hebben staan. Is dit het geval, dan voeren ze de beweging uit en gaan ze weer zitten. Pas als alle beweging zijn uitgevoerd en er dus bingo is, mag het kind bingo zeggen.

Lees meer »

Propjesspel

Uitleg:

Tijdens het propjesspel ligt de klas vol met propjes. De leerlingen krijgen een antwoordenblad en leggen deze op hun eigen tafel. Ze lopen rond door de klas, pakken een propje en openen deze. Ze schrijven het antwoord bij het juiste nummer op, op hun antwoordenblad vervolgens maken ze er weer een propje van en mogen ze het propje door de klas gooien.

Lees meer »

Propjessommendictee

Uitleg:

Tijdens het propjessommendictee ligt de klas vol met propjes. De leerlingen krijgen een antwoordenblad en leggen deze op hun eigen tafel. Ze lopen rond door de klas, pakken een propje en openen deze. Ze schrijven de som bij het juiste nummer op, op hun antwoordenblad. Ze rekenen de som uit en vervolgens maken ze er weer een propje van en mogen ze het propje door de klas gooien.

Lees meer »

Getallenlijn 0 - 50

Uitleg:

Gebruik schilders tape om een getallenlijn mee te maken. Zorg dat hier op 0, 10, 20, 30, 40 en 50 een horizontaal stukje tape ligt, dit zijn de steunpunten voor de leerlingen.

Aan de ene kant van het lokaal of plein ligt de getallenlijn, aan de andere kant ligt een bakje met getallen. De leerling pakt een kaartje rent naar de getallenlijn en legt het kaartje op de juiste plek neer. Vervolgens rent de leerling weer terug en tikt de volgende aan.

Wanneer een kaartje fout is neergelegd wordt dit vanzelf gecorrigeerd door klasgenoten omdat ze niet uitkomen met hun getallenlijn.

Lees meer »

Maak jouw eigen website met JouwWeb