Wat is bewegend leren?

Wat is bewegend leren? Welke onderzoeken zijn hier naar gedaan? Welke vormen/doelen van bewegend leren zijn er? Wat kan je observeren uit een bewegend leren activiteit?

Al deze vragen worden hier beantwoord.

Wat is bewegend leren:

Er zijn twee verschillende varianten van bewegen leren:

  • Energizer: een beweegmoment voor een instructiemoment. Tijdens een energizer staat plezier centraal. Daarnaast kunnen de kinderen kun energie kwijt en tijdens de volgende les taakgerichter en geconcentreerder aan de slag (Bijlsma, 2014).
  • Bewegend leren: bewegen tijdens een instructiemoment. Hierbij gaan de linker- en rechterhersenhelft samenwerken waardoor er verbindingen worden gelegd tussen beide hersenhelften en de leerlingen dingen makkelijker, beter en langer kunnen onthouden (Scherder, 2014).

 

Onderzoek:

Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het effect van bewegend leren. Mullender-Wijsma et al. (2015) hebben een praktijkonderzoek gedaan naar bewegend leren. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat kinderen betere leerresultaten halen als zij tijdens het leren aan het bewegen zijn. Dit komt doordat er tijdens een fysieke activiteit een chemische verandering plaatsvindt in de hersenen die de aandacht van de kinderen vergroot. Daarnaast worden de cognitieve functies ook verbeterd.

 

Vormen bewegend leren:

Er zijn vijf verschillende doelen/vormen van bewegend leren (Goossens, 2019). Tijdens een activiteit lopen deze doelen/vormen vaak in elkaar over.

 

Vorm 1: Verhoogde hartslag

The Daily Mile (2021) is concept waarbij de kinderen gedurende vijftien minuten per dag naar buiten gaan om een rondje van één mile (1,6 kilometer) te rennen of joggen. Tijdens dit rondje gaat de hartslag van de leerlingen omhoog waarna ze in de klas weer beter kunnen concentreren.

 

Vorm 2: Automatiseren

Mullender-Wijnsma et al. (2015b) hebben het lesprogramma ‘Fit & Vaardig op school’ ontwikkeld voor basisscholen. In het lesprogramma zitten reken- en taallessen waarbij er gebruikt wordt gemaakt van fysieke activiteiten. Eén les bestaat uit ongeveer tien à vijftien minuten waarbij de leerlingen vooral aan het automatiseren zijn. Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen na het volgens van het lesprogramma van ‘Fit & Vaardig op school’ vooruit zijn gegaan met hun reken- en taalniveau ten opzichte van de controlegroep.

 

Vorm 3: Executieve functies

Jolles (2014) stelt dat executieve functies een verzamelnaam is voor verschillende cognitieve functies. Hierbij gaat het vooral om het plannen, besluitvorming, bijsturing van gedrag en inschatten van moeilijke situaties.

Collard et al. (2014) stellen dat door bewegend leren toe te passen leerlingen verbindingen aanmaken in hun hersenen. Op deze manier worden de executieve functies getraind.

 

Vorm 4: Concentratie

Mullender-Wijnsma et al. (2015) hebben het lesprogramma ‘Fit & Vaardig op school’ ontwikkeld voor basisscholen. Het hoofddoel is automatiseren zoals in doel twee besproken werd. Maar daarnaast is er uit het onderzoek ook gebleken dat kinderen meer aandacht hadden voor de taak die ze na de les moesten uitvoeren. Door het toepassen van bewegend leren zullen de leerlingen gedurende de aansluitende les ook geconcentreerder en taakgerichter aan de slag zijn.

 

Vorm 5: Motorische vaardigheden

KVLO (2017) hebben een onderzoek gedaan naar de motorische vaardigheden van kinderen in de leeftijd van zes tot elf jaar. Hierbij is gebleken dat de motorische vaardigheden de afgelopen jaren zijn afgenomen. Door bewegend leren toe te passen oefenen de leerlingen de motorische vaardigheden zoals rennen, springen, huppelen etc.

 

Observeren tijdens bewegend leren:

Tijdens het bewegend leren kan een leerkracht verschillende dingen observeren. Zo kan de leerkracht de motorische vaardigheden van een kind observeren. Daarnaast kan een leerkracht ook goed zien wat het niveau van het kind is. Een leerkracht kan bepalen of het belangrijk is dat een kind of misschien wel meerdere kinderen een verlengde instructie krijgen aangeboden over het onderwerp.