Uitleg:
De leerlingen krijgen allemaal een beweegbingo kaart. Hierop staan 6 vakjes met bewegingen. In elk vakje schrijven ze woord, dit kunnen bijvoorbeeld de woorden zijn van de woordenschatles. De leerkracht vertelt een betekenis van een woord. De leerlingen kijken of zij het woord op hun bingokaart hebben staan. Is dit het geval, dan voeren ze de beweging uit en gaan ze weer zitten. Pas als alle beweging zijn uitgevoerd en er dus bingo is, mag het kind bingo zeggen.

Overige informatie
Groep: 3 – 8
Benodigdheden:
- Format beweegbingo
- Pen of potlood
Verschillende manieren:
Je kan op verschillende manieren aan de slag met deze beweegbingo:
- Noteer woorden van een spellingsles op het bord, de leerlingen maken hiervan hun eigen bingokaart.
- Je kan het ook combineren met een rekenles. Laat de leerlingen antwoorden van bijvoorbeeld de tafels op hun bingokaart schrijven. Vertel een som: 2 x 5, de leerlingen rekenen de som uit. Hebben ze 10 opgeschreven? Dan voeren ze de beweging uit.
Linkje:
- Documenten toevoegen
Zelf maken:
Zelf een beweegbingo maken?
- Bedenk zelf bewegingen en typ ze in een tabel op Word.
- Zoek zelf bewegingen op en zet deze in een tabel op Word.
Naar idee van:
Maak jouw eigen website met JouwWeb