Spelling


EK Loopdictee

Uitleg:

Dit dictee doen de leerlingen in tweetallen. Hang alle kaartjes op in het lokaal. Zorg dat je op de achterkant het nummer van het woord opschrijft. Geef elk tweetal één antwoordenblad en omcirkel hier één nummer op. Dit is het woord waar het tweetal gaat beginnen.

Leerling 1 loopt naar het kaartje, leest het woord en loopt terug naar zijn tweetal. Leerling 1 zegt het woord tegen leerling 2 en leerling 2 schrijft het woord op. Nu mag leerling 2 naar een woord lopen. 

Lees meer »

Woordzoeker

Uitleg:

De kinderen krijgen een blad waarop een woordzoeker te zien is. De woorden die de leerlingen moeten opzoeken hangen in het lokaal of op het schoolplein. De leerlingen gaan opzoek naar de woorden, zodra ze het woord gevonden hebben, schrijven ze het woord op hun blad en mogen ze het woord opzoeken.  

Lees meer »

Spellingsestafette

Uitleg:

Verdeel de klas in groepjes. Elke groepje krijgt een clipbord met een wit blad erop. Mocht er geen clipbord beschikbaar zijn, kan er ook een boek gebruikt worden met een wit blad.

De leerlingen staan achter een streep op het schoolplein of in het lokaal. Zodra het sein wordt gegeven rennen ze naar de overkant en schrijven ze een woord op die bij de gekozen spellingsregel past. 

Lees meer »

Sneeuwbaldictee

Uitleg:

In de winter kan dit het sneeuwbaldictee genoemd worden. Wil je dit tijdens een ander seizoen doen? Dan kan het, 'het propjesdictee' noemen.

Tijdens het sneeuwbaldictee ligt de klas vol met sneeuwballen of propjes. De leerlingen krijgen een antwoordenblad en leggen deze op hun eigen tafel. Ze lopen rond door de klas, pakken een sneeuwbal of propje en openen deze. 

Lees meer »

Woordenjacht (Staal categorieën)

Uitleg:

Op het schoolplein of in de klas hangen verschillende kaartjes met woorden. De leerlingen bekijken het woord en denken na in welke categorie het woord valt. Vervolgens schrijven ze het woord op in het hokje. Vervolgens mogen ze opzoek naar een nieuw woord.

Lees meer »

Korte ei of Lange ei?

Uitleg:

Op het bord is de ei-plaat van Staal te zien. Alle afbeeldingen op deze plaat worden met de korte ei geschreven. De leerlingen beginnen naast hun stoel. De leerkracht zegt een woord: aardbei. De leerlingen maken zich klein door op hun hurken te gaan zitten en zeggen korte ei. Vervolgens gaan de leerlingen weer naast hun stoel staan. De leerkracht zegt een nieuw woord: lijn. De leerlingen gaan nu op hun stoel staan met hun armen omhoog en zeggen lange ij.

Lees meer »

Letterpad

Uitleg:

Op de grond bij de deur liggen letterkaarten op de grond die de leerlingen lastig vinden of welke ze net aangeboden hebben gekregen. Zodra een leerling de klas binnenkomt, moet hij of zij eerst over het letterpad springen. Tijdens het springen zeggen de leerlingen de letter, lange klank of tweetekenklank die op de grond ligt. Vervolgens mogen ze naar hun plek lopen.

Lees meer »